Ieder huisje heeft zijn kruisje. Ja, ik weet het, ’t kan altijd minder. Die van mij is, vanwege de afmetingen van het ding, met een hoogwerker afgeleverd. Maar ik mag niet mopperen. Om de buren de loef af te steken is, dankzij de uitvinding van kunstgras, het gras van hen niet meer groener. Dus ook met dat gezegde kunnen we de plaat poetsen. Niet praten maar poetsen zal ik maar zeggen. Vroeger bij ons in het dorp kwam de wijkzuster, zuster Tinie. Ze was van het Groene Kruis. Dat kon je ook zien aan het kleine glimmende kruisje op de strak gesteven revers. Ze was zo dat nu heet multi diciplinair inzetbaar. Het was gewoon een duizendpoot. Tinie rook naar groene zeep, lapte de ramen, maakte eten en bracht popjes ter wereld. En ze hielp mamme. Mooie tijd was dat, vind ik. Gisteren is mijn eigen Tinie weer bij me geweest. Ze helpt mij en dat is ook mooi. Ze kan mooi tekenen en tekende voor mij laatst een berg. “waar sta jij Jan.. waar wil je heen?” Vond het wel toepasselijk, want het trok wel parallellen met mijn fietsroute, waar ik me in had verdiept. Ze houdt me soms een spiegel voor. Enigzins vervormd lijkt dat op een lachspiegel, maar ‘k kan me er best in vinden hihi. Maar ik ben zo wijs met haar. Ze is mijn duizendpoot, verrekte handig ook. Tinie vindt het kruis wel iets te zwaar voor me en probeert iedere week het kruis een kopje kleiner te maken tot draagbare proporties door er heel handig een stukje af te zagen.