Eigenlijk zou ik wel op blote knieën te rade willen gaan bij medefietsers. Om onder de knie te krijgen, te bewerkstelligen, dat ik wat minder vaak door de knieën ga bij het gedrag van medeweggebruikers. Of hoe ik daar zelf op kan anticiperen. Wat voorzichtiger te zijn, zak maar zeggen. Opnieuw zit ik beteuterd naar de geschaafde Articulus genus, de knibbel, mijn knie te kijken. Het bijna wekelijkse rondje Assen – Bedum en weerom verliep als altijd perfect. Zon, wat lichte bewolking en een aangename 25 graden. Nee, het zwaartepunt van de mooie dag lag in de avond. Vermoeid in de geplaagde kop en bijna thuis, stonden in het smalle straatje op mijn route drie slordig neer gekwakte auto’s. Diep van binnen uit de blikken omhulsels klonk geluid waar de eigenaars van al dat moois muziek van trachtten te maken. Gezien de temperatuur had ik mijn oorwarmers thuis gelaten, wat mij noopte met een flitsende beweging het zaakje te omzeilen. Op het laatste moment moest ik echter vol in de remmen om niet over het dak van een racende tegenligger te zweven. Mijn reflexen en mijn reactiesnelheid zijn nog steeds goed. Maar weer was het de voorrem die mij alsnog een fraai uitgevoerde zweefduik liet maken door het plots tot stilstand komende voorwiel. Buiten dat mijn ego door alle slippers van de laatste tijd de vorm van een skippybal heeft aangenomen, ben ik er lichamelijk toch weer wonderwel goed van afgekomen. Doe toch eens voorzichtig jonge hoor ik mamme nog vaak zeggen. Maar voorzichtig ben ik wel. Steek mijn hand uit, kijk soms overdreven van links naar rechts, ontsteek mijn lampies, klingel vrolijk met de bel en weet soms slippend tot stilstand te komen. Nee, dat zit wel goed. ’t heeft meer te maken met de beslissingen die ik soms in een split second moet maken. Dat gaat niet altijd in de juiste volgorde. Maar het fietsen blijft mooi! Fijne dag allen.
© J.G.Boomsma