Mijn eerste racefiets was een Fongers. Was het 1961? Over Aerodynamica was nog geen discussie en mijn kennis over sportvoeding strekte zich niet verder uit dan spekjes en trekdroppen. De techniek van mijn tweewieler was ook al geen voer voor kleverige uiteenzettingen. Die bestond uit een omgekeerd stuur, terwijl de twee versnellingen uit mijn linker- en rechterkuit kwamen. Vol bewondering zit ik nu naar de tijdrit van de Tour te kijken en in het bijzonder de techniek van zowel fiets als kleding. Wetenschappelijke huzarenstukjes, daardoor niet voor mij weggelegd, blijf ik de purist. Neemt niet weg dat ik mij graag laat meevoeren in de bevlogenheid van anderen. Bedachtzaam (duizelend) roer ik in mijn koffie op de pleisterplaats en murmel af en toe, hm, hm. Maar bewonder wel de beleving van al diegenen. Als je maar plezier hebt in wat je doet denk ik maar. Gisteren een, voor mij, bijna heroïsch verslag gelezen van Floris van Overveld die met tienduizend(!) anderen de Dolomietenmarathon heeft gereden (Facebook). Wat een ontzag en respect voor deze mannen en vrouwen. Heel basaal, terugkomend op het begin van dit stukkie, is het toch het ronddraaien van de beide trappers wat mij vooruit doet komen. Vandaag exact een jaar geleden reed ik in Duitsland langs de Rijn. Op weg naar? Spanning, teleurstelling, paniek, dankbaarheid, verwondering en bewondering. Het zat onzichtbaar maar zo aanwezig in mijn overvolle fietstassen. Het waren mijn reisgenoten. Maar bovenal en op dit moment zo tastbaar, voert dankbaarheid de boventoon. Dat ik die tocht heb kunnen en mogen maken. Wensen, ja, die blijven. Wind tegen of in de rug, blijven rondgaan zonder tijd. Kunnen blijven sturen en kijken waar ik uit kom.
Fijne dag allen.
© J.G.Boomsma