Techniek

Ik zal proberen u op deze plaats wat zinnigs en voor sommigen wellicht onzinnigs te vertellen over de techniek van de fiets en de toepassingen daarvan op mijn karretje. Vooraf wil ik u vertellen dat, ondanks mijn opleiding in de techniek op de toenmalige ambachtsschool van een half jaar, natuur- en wiskundige berekeningen aan mij niet besteed zijn. Kwestie van ruimtelijk inzicht haha.

Natuurlijk zijn er mensen die behept zijn met een technisch virus. Sterker nog, een natte (fiets)broek krijgen bij alleen het idee dat er een gecompliceerde reparatie aan zit te komen. Nou, sla mij maar over. Nare beelden uit het verleden spelen door mijn hoofd van uitschietende schroevendraaiers met slagaderlijke bloedingen en andere lichamelijke ongemakken tot gevolg. Kortom, mijn keuze voor de fiets wordt in belangrijke mate bepaald door te kiezen voor simpel en onderhoudsarm. Mijn kennis en ervaring strekken dus niet verder dan plusminus 15.000 recreatieve kilometers per jaar. Om dat gemis enigszins op te vangen meende ik er verstandig aan te doen zoveel mogelijk mijn ogen en oren de kost te geven bij hen die claimen deze kennis WEL te hebben. Tot mijn verbazing, met glazige ogen en fluitende oren nam ik op www en andere fora kennis van de ervaringen van wereldfietsers, vakantiefietsers, waterfietsers en luchtfietsers. De vele reisbestemmingen en daarmee samenhangende avonturen spraken tot mijn verbeelding. Ik kreeg een onbedwingbare aandrang binnen te dringen in dit illustere gezelschap en hen te bevragen hun kennis met mij als leek te delen. Met als gevolg dat ik na zulke genoeglijke adviezen ’s avonds met een weemoedige blik de leegheid van het bestaan in mijn portemonnee zat te bekijken. Nu zal ik echt niet promoten om met een damesfiets model “ouwe weduwe” met terugtraprem, als Hannibal door de Alpen te trekken. Toch bestaat er tussen het hiervoor beschreven type en een fiets van zevenduizend euro naar mijn overtuiging een aanvaardbaar alternatief. Om inzicht te krijgen waar ik bij de aanschaf op moet letten heb ik diverse internetfora bezocht en ben ik de bibliotheek ingedoken. Specifiek voor mijn tocht, op verharde paden en wegen kwamen de volgende criteria naar voren die voor mij van belang zijn bij aanschaf van de fietse.

Framemaat, zadel, type stuur, remmen, banden, naafdynamo, versnellingstype, verlichting en niet onbelangrijk gebruiksgemak.

Via een handig rekensommetje is het mogelijk de framemaat te bepalen (in mijn geval 58), of naar een dealer te gaan die de mogelijkheid van een pasfiets biedt. In de duurdere prijsklassen kan men zelfs kiezen voor het op maat laten fabriceren, het zogenaamde Custom build principe.

Kom ik bij het zadel. Dit was voor mij een studie op zich, gezien de gevoeligheden die bij dit onderdeel de kop op steken. Pijnlijke zitbotjes en een doof gevoel in de genitaliën zijn bij tal van fietsers een bekend en een vervelend fenomeen. Vanaf het moment dat ik de afstanden op ging voeren werden de plaspauzes een angstvallige en tijdrovende aangelegenheid. Er leek zich een desperate leegte te bevinden op de plaats waar kleine Jan zich anatomisch gezien zou moeten bevinden. Niet gezond dus. Na het uitvoerig testen van drie noviteiten op zadelgebied kwam ik uit bij zadelhet zadel van ISM type Adamo Road.

Voor wat betreft het stuur kies ik voor het originele stuur, met daarop gemonteerd mijn eigen vertrouwde zogenaamde triathlonbeugel. Het vlinderstuur, wat vooral bij dames prettig schijnt te zijn heb ik wel overwogen, maar schijnt toch wat minder stijfheid te geven op hogere snelheid (afdalingen?).

Ook wat betreft de verschillende remsystemen is er keus te over. Op mountainbikegebied ziet men al bijna niet anders meer dan schijfremmen. Onderhoudsvriendelijker en voor mijn “werk” aangeraden door gebruikers, is het Magura HS33 R systeem. Een hydraulisch werkende velgrem welke door zijn gesloten oliecircuit geen last heeft van vuil en vocht en daardoor zijn volledige remvermogen, ook bij hoge snelheid behoudt. Na drie demonstraties van de fietsenmaker kon zelfs ik in een handomdraai de blokjes vervangen, wat zeker zo belangrijk is.

De banden… tja. De twee stukjes rubber of welke chemische samenstelling dan ook, meten 28 inch. Aangezien de verende voorvork geen optie is, vanwege energieverlies bij hoge belasting (bergop?), kies ik voor een iets dikker exemplaar voor toch wat meer comfort. Vanzelfsprekend met een anti-leklaag.

Leve de techniek! Naast een kleine zonnecollector trap ik zelf wat energie bij middels de naafdynamo. Via een zogenaamde powerbank kan ik de vervolgens opgeslagen stroom gebruiken voor bijvoorbeeld de navigatie en mobiele telefoon.

Kettingsmeer, krakende tandwieltjes in grote uiteenlopend, niet te rohloff-naaf-doorgezaagdbedienen met mijn technische bagage. Het is voor mij een waar schrikbeeld. Niet zelden hield ik vroeger bij het uiteennemen van een stuk techniek een aantal onderdelen “over”. Na mijn noeste arbeid voldeden de door mij uitgevoerde modificaties zelden nog aan de specificaties door de fabrikant bedacht. Reden voor mij te kiezen voor een schakelsysteem van Rohloff. Alle onderdelen zijn door de fabrikant veilig voor me opgeborgen en weggewerkt in de naaf. Welhaast onderhoudsvrij en eenmaal per 50.000 km olie verversen. Ideaal!

Zien en gezien worden is het credo bij de keuze voor de verlichting. Deze oneliner staat haaks op het gedrag van helaas) de meeste fietsers. Mij niet gezien is er bij deze groep hardnekkig ingebakken. Met ware doodsverachting begeeft dit gezelschap zich in het hedendaagse verkeer. Geen richting aangevend, slalommend obstakels ontwijkend en de halve stad doorkruisend op het achterwiel claimen zij zodanig hun eigen wetten. Dit terwijl er op dit moment puike verlichting systemen in de handel zijn. Mijn fiets…? B & M EYC en een pas op de markt verschenen remlicht. Door bomen omzoomde bergweggetjes en plotseling opdoemende tunnels… Kijk mij nou.