Diep geroerd klaag ik ach en wee
Altijd nam ik jou toch mee
Oh, oh, oh, mijn gecompliceerde vazal
Je laatste reis eindigt bij het chemisch afval
Ja, mijn haat/liefde verhouding met moderne prullaria speelde gisteren weer eens op. De mobiele telefoon waar ik na drie lange jaren een zekere band mee had gekregen is overleden. Ze vertoonde de laatste maanden vreemd gedrag. Natuurlijk was ze gecompliceerd in de omgang. Maar enige uitdaging ga ik niet uit de weg, dus had ik haar goed leren kennen. Zorgzaam als ik ben kreeg ze als gewoonlijk iedere avond voor het ter ruste gaan stroomstootjes van me toegediend. Met een verlichte knipoog vanaf het nachtkastje sliep ze net als mij daarna tevreden in. Zelf dacht ik aan een vorm van lichte dementie, zo ze de laatste periode de dagen sleet met mij. Bij het beroeren van de knopjes (en dat waren er nog al wat) leek ze soms lang te moeten nadenken wat mijn verlangen met haar was. Drukte ik op de een, dan deed ze het ander. Vroeg ik haar iets liefs te schrijven, dan kreeg ik als antwoord een kortaf ‘goedemiddag’. Waarna ze in slaapstand ging. Mannen in witte jassen, die ik had geraadpleegd, vertelden me dat dat door de vele Appies die ze moest voeden kwam. Ja… ze verslond Appies, ’t was me d’r eentje. Nu ligt ze hier bij mij op tafel, haar pacemaker uitgenomen naast haar. In paniek en uit machteloosheid had ik haar nog een klap met de hamer verkocht die sterretjes veroorzaakte. Maar ja, bij de meeste reanimatiepogingen breekt er wel eens een rib nietwaar. Wel heb ik de chippies uit haar rug gehaald. Die implanteer ik in haar vervangster. Tis een trieste bedoening al met al. Wat ik vooral ga missen zullen de mooie liedjes die ze voor me speelde zijn. We werden er beide zo warm van. Gelukkig heb ik haar door het jarenlange samenzijn goed leren kennen. In een wellicht iets te euforische stemming denk ik er nu aan haar geheugen eveneens te implanteren. Als dat toch eens zou kunnen. Alle woordjes, lief en boos. Alle plaatjes zacht en broos. Gereïncarneerd zien worden.Dat zou toch wat zijn. Al moet ik er voor naar Korea. Misschien Amerika (nee geen China), ergens ligt nieuw in een doosje mijn elektronische roosje.
Das een end op de fietse…
©J.G. Boomsma