Gisteren voor het eerst sinds dagen weer een fatsoenlijk ritje gemaakt. Amelterhout uit, Rolde, rondje oude kerktoren en als toetje een uitkijkmoment over Kampsheide. Heerlijk. Een beetje verdrietig werd ik van het minder fatsoenlijke gedrag van andere gebruikers of genieters van dit moois. Achtergelaten, of nog triester even gratis bezorgd afval. Niet als dank. Nee, gewoon zeggen “asjeblieft red je er maar mee”. Das niet zo netjes. Bij het opruimen van de vierkante meter waar ik even zat, keek ik wat schichtig over mijn schouder. Stel je voor dat ik zou worden betrapt door Ko de boswachter en die zou mij er van verdenken achtereenvolgens; 4 blikken bier, een heel bruinbrood, een liter cola en een pak kauwgum te hebben genuttigd. Ik weet wel, mijn postuur zou hem geen aanleiding geven voor die verdachtmaking, maar je weet ’t maar nooit en ‘k zou er gekleurd op staan. Nee, deze maand moet ik zelf ook weer wat afstand proberen te nemen van alle calorieën die mijn suikerbuik hebben bevolkt in de maand er voor. Als een soort afscheid had ik eergisteren nog wel een eenzame choco sint meegenomen uit een mand met afgeprijsde lekkernijen. Misschien was het ook wel een Kerstman, hij zat in fragmenten en slordige brokken te wachten op zijn einde, verpakt in fleurig cellofaan. Reconstrueren was niet zinvol meer, dus naar binnen met die hap. Lekker. Toch kan ik merken – en wellicht is dat een gevolg van mijn leeftijd – dat ik moet blijven fietsen en bewegen om de conditie niet met sprongetjes achteruit te voelen gaan. Plus, niet alle verbrandingsstoffen die ik naar binnen gooi zorgen voor een optimale verbranding. Er blijft volgens voedingsdeskundigen nog wel eens wat restafval achter daar binnen in die fabriek van mij. Maar goed, gelukkig heb ik dat zelf in de hand. Ben ik zelf de eerste die merkt wanneer het lijf en de geest protesteren. Zo’n ritje als gisteren maakte mij wel weer duidelijk hoe bijzonder ik het fietsen ervaar en wat de omgeving met me doet. Op sommige momenten spookt de trip door mijn kop en zet ik even aan, ben ik trots op mijn lichaam. Op veel meer momenten laat ik alle fraais wat ik passeer gedachteloos op mij inwerken en geniet ik ’s avonds na, wanneer alles op zijn plaats valt daar boven. De ratio en ontnuchterende werkelijkheid naar de afvalbak verwijzen. Schoon schip maken is toch mooi he. Fijne dag allen.
© J.G.Boomsma