Bedum. Het dorpje in het verre Groningen waar ik als kind naar toe verhuisde. ’t was zo anders dan het vertrouwde dorp in Friesland, waar ik de eerste schreden van mijn leven had gezet. De toren stond scheef en men sprak er heel anders. Maar ‘k had er wel vertrouwen in. In de wereldreis die onder aanvoering van beide ouders in gang werd gezet. Er stond tenslotte een echte ijs- en fietsenfabriek. En het had een echt station, waar ik als één van de eerste bewijzen van mijn lijfelijke aanwezigheid de beginletters van mijn drie namen in de oude eik kerfde. Ook al vond ik dat zelf niet zo écht nodig, er moest ook onderwezen worden. Vanuit de zeeheldenbuurt een ommetje langs de Grote straat. Gluren als de grote deuren open stonden van de bakkerij. Het rook vele malen lekkerder dan op de Noordwolderweg. Daar rook het naar zuurkool. Met een beetje geluk kregen we een stuk kantkoek. Ach, weemoed is geen verdrietige gevoelsbeleving. De glimlach is zoeter geworden, de enkele traan niet meer zo bitter, de tand des tijds heeft de scherpe randjes er afgeknabbeld. Nu, vijftig jaar later valt nieuw geluk mij ten deel. Vanuit dezelfde bakkerij, in de schaduw van dezelfde scheve toren wordt mij ondersteuning en aandacht geboden door bakkerij Klaes Hoekstra. Een aantal maanden geleden had Klaes mij toegezegd, mijn initiatief om mijn fietsreis in het teken van de Hersenstichting te rijden, te willen promoten. En zie, het is zo ver! Toscaans brood in de vorm van fietswielen. Het begrip ‘Warme Bakker’ krijgt voor mij, maar vast ook voor vele anderen die de activiteiten van Klaes aan den lijve hebben mogen ondervinden een wel heel bijzondere dimensie. Klasse Klaes! Jij en u allen, vooreerst een fijne dag.
© J.G.Boomsma