Wanneer ik denk aan oude dingen, denk ik aan gebruikte dingen, beleefde dingen, aan gevoelens die geweest zijn. Sommige oudere dingen zijn nog best bruikbaar. Doen het nog goed. Daar ben ik extra zuinig op. Ben er aan gehecht geraakt, of heb er een speciale band mee opgebouwd. Soms geef ik vadertje tijd de schuld dat dingen zijn vergeeld, nooit meer door hem voor het voetlicht worden gebracht, terwijl ze best nog voor verlichting kunnen zorgen. Te druk met nieuwe dingen. Tis ook wel wat te veel. Teren op herinneringen is als een oude doos openen die met iedere verhuizing met me mee ging. Soms open ik het karton en herontdek oude titels van boeken. Als vanzelf keer ik terug in de tijd op zulke momenten. Hoe lekker het boek rook wanneer het zich soms wat onwillig opende door nieuwigheid. Hier en daar bevind zich een vlekje op de vele pagina’s. Is het een opgedroogde koffievlek.. een traantje? Beide zijn mogelijk. Maar vooruit, ik moet verder. Plechtig, voorover gebogen over de oude doos, maak ik de belofte met mijzelf binnenkort weer eens een aantal avonden terug te gaan in dingen die waren. Morgenavond om twaalf uur hoop ik en waarschijnlijk velen met mij een nieuw jaar binnen te stappen. In te luiden. Wat zou het mooi zijn, denk ik, wanneer dit ooit eens zonder bijgeluiden van ontploffingen en effecten van felle flitsen wordt begeleid door ’t luiden van een enkele kerkklok. Over de daken van een dorp of stad, of gedragen door het stille duister van het platte land. ’t zou ons vast meer bewust maken van het zo simpel lijkende feit wat jaarwisseling heet. Echt in luiden bedoel ik. Even alleen of met naasten terug denken aan de maanden die geweest zijn. Ervaringen oproepen. Dat kan geen kwaad dunkt me. Vragen aan me zelf wat ik heb gedaan, beleefd. Af vragen wat ik voor die ander heb betekent, hoe die mij hebben beleefd. Bij het vragen naar het ‘waarom’ van dingen wellicht antwoord krijgen en het ‘daarom’ binnen laten komen. Bij het toewensen van die ander mijzelf af vragen als en wat ik kan bijdragen aan die wensen mee te helpen. ’t klinkt als veel maar hoeft niet lang te duren. Dingen die geweest zijn na laten galmen bij de laatste slag van de klok. Tegen u, tegen mezelf zeg ik, gebruik het nieuwe jaar eens om dingen op te poetsen. Misschien zijn er zelfs dingen bij die nog nooit zijn gebruikt. Onvermoede niet op waarde te schatten juweeltjes, waarvan ik geloof dat we die allemaal in ons bezit hebben. Draag ze met trots. Wie weet trekken ze mooie nieuwe dingen aan. ’t zal vast een schitterend nieuw jaar worden. Een fijne dag allen, Jampie.
© J.G.Boomsma