Verdwaald in mijn diepste gevoelens, vond ik mezelf terug in financieel drijfzand. Ik greep mis bij naar mij uitgestoken handen. ‘k was op mezelf. Achterom kijken naar wat was achter gebleven kwam niet in mijn kop op. ’t was ook te donker om me heen. Na eeuwig lijkende uren klauterde ik op, voelde vaste grond. Met onvermoede krachten greep ik naar houvast en trok me omhoog. Nog nooit voelde de regen zo goed. Kon alles van me af spoelen, ik was er……. Wat braak je ons nu uit Jampie, op survival geweest? Nee hoor, dat soort gekkigheid doe ik niet aan. In een openhartige bui probeerde ik mezelf even bloot te geven. Figuurlijk hoor, blijft u gerust zitten. In onze cultuur is het not done te verhalen over de misère van alledag. Een oude bekende tegenkomen, en zijn vraag naar uw welzijn beantwoorden met een wedervraag “heb je even?” doen we niet. Zuinigjes te kennen geven dat we niet mogen klagen is vaak het adagium. Toch, voor mezelf gezien, kan een klaagzang ook heel mooi klinken. ’t voelen van de blues is ook luisteren naar hen die het vertolken in muziek en samenzang, het spelen er van. Ik klaag niet veel. Ben wel een ouwe mopperkont. In al mijn onmacht dingen of zaken de schuld geven die niet zo gaan zoals ik zelf graag wil. Ik wisselde in het verleden nogal sterk van huisraad zak maar zeggen. Maar goed zo kreeg ik ook weer iets nieuws hihi. Maar ik haal wel het positieve uit beklagenswaardige dingen of situaties. Bittere kou voelen, maar weten dat ergens de zon schijnt geeft wilskracht. Op het laatste restje energie een tandje er bij gooien. Daarbij mijn ogen open houden voor mensen onderweg wiens batterij aan geluk op is, leeg is. Hen weer op gang helpen. Dat geeft voldoening. Elkaar niet in de kou laten staan, dat hoort niet. We kunnen ons kleden zo we willen met elkaar, maar blijven kwetsbaar. Durven bloot geven en die ander laten zien waar de krassen en schrammen van het leven zitten. ’t kan helend werken. Echt waar… Ik heb de bloes.
©J.G. Boomsma