We herkennen het vast wel. De paklijst van zinnige en, naar later soms blijkt, onzinnige spullen die meegaan op reis. Bij de herinnering aan mijn vroegere vakanties denk ik daar met een glimlach aan terug. Nog bestaan er in Bermudabroek geklede ontdekkingsreizigers die met het misverstand leven dat er met een Antonov transportvliegtuig zal worden opgestegen. Lichtelijk overdreven naar mijn idee, wanneer er via de gelijknamige driehoek wordt gevlogen. Zou die mysterieuze, vermaledijde Bermudadriehoek bestaan? Die vraag laat ik mij niet kwellen. Dat hoeft ook niet. Ga immers op mien fietse. Wel heb ik al nagedacht over mijn mee te nemen pakkelarie. Daar bestaan praktische transportsystemen voor gelukkig. We gaan er even uit voor de reclame…. Fietstassen voor en achter, in diverse leuke kleurtjes, in evenzovele formaten verkrijgbaar…. Wat me wel door mijn kop spookt, is de bagage die ik “op de man” moet dragen. Angst, om buiten de, voor mij ultieme veiligheid van mijn eigen vier muren te treden.Vrijwillig dingen achterlaten en steeds kleiner zien worden. Op weg naar het onbekende. Mijn onzekerheid. De spanning voelen, net als vroeger met slootjespringen, wanneer de sloten steeds iets breder werden. Mijn emoties. Maar ook iets heel kleins, wat ik niet mag verliezen. Een sleuteltje, glimmend maar zo klein. Om met al deze bagage het kantoor van -logen en -peuten te betreden zou een kostbare zaak worden dunkt me. Wat moet de goede man met die rommel. Nee, in plaats van in tien sessies van vijftig minuten de geitenwollen sok te bewonderen, pak ik het op mijn manier aan. In vijftien etmalen de conversatie levendig houden tussen mij en mien fietse. Alone in the field. De wil om zonder lijntjes en streepjes van kaarten, niet te navigeren gebieden binnen te rijden. Ontdekken wie ik ben en waar ik sta in de mallemolen van het leven. Achterhalen, welke route had kunnen voorkomen dat ik in zeventig modderige sloten ben gedonderd. Maar ook met terugwerkende kracht de ver(be)wondering kunnen inbeelden van hen die mij er besmeurd uit zagen klauteren. Bovenal, wie ik ook ben en waar ik ook ga, droog achter mijn uit de kluiten gewassen oren wil ik niet worden. laat mij maar het kind van deze wereld blijven. Das toch mooi man. Ik ga d’r voor. Oh ja… hoor ik vragen, dat kleine sleuteltje, waar is die voor? Wel, daarmee kan ik een net zo’n klein luikje openen waar achter het mechaniekje zit om de radertjes daarboven stil te zetten. Ben d’r zuunig op.
©J.G. Boomsma