Er is er een jarig hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is hij. Dat vinden wij allen wel aardig? ja ja en daarom zingen wij blij. Vanwaar deze goedgehumeurde openingszin, vraagt menigeen zich temidden van al deze joligheid ongetwijfeld af. Welnu, ruimt u alstublieft de hoedjes, mutsen, confetti en andere feestartikelen nog maar even op. Het is nog niet zo ver. De reden van mijn gezang hierboven kwam voort uit het moment dat ik alvast aan het oefenen was in de spiegel. Dan lijkt het net of ik niet alleen ben. Dat komt mijn inspiratie voor mijn komende verjaardag ten goede. Tja, nog twee maanden te gaan tot ik zestig jaren in leeftijd ben. Een terugblik begin ik nu niet aan. Wel iets anders wetenswaardig, vind ik zelf. Er schoot me namelijk plots iets wiskundigs door mijn hoofd. Das op zich al bijzonder. Zo u allen inmiddels weet was dat nou niet echt mijn vak. Een ongeluk komt nooit alleen zegt men, dus zou mijn gebrek aan inzicht in die abracadabra best wel eens te maken kunnen hebben met het verscheiden van Albert Einstein in mijn geboortejaar. Vandaar dat ik mijn gedachte toch even met u wil delen. Leest u maar even mee. 60 – 40 = 20, 60 + 20 = 80. Rekent u het gerust even na hoor, dat geeft niet……………………………………………………………….
Voor die gene die er nog zin in heeft nu het volgende. In de eerste formule probeer ik te schetsen dat mijn fysiek te vergelijken is met die van iemand van twintig jaren oud. De tweede formule (ja, tis moeilijk maar we zijn er bijna) heeft betrekking op mijn hersenactiviteit. Door de nimmer stilstaande radertjes in mijn bovenkamer vertonen die een ouderdom van twintig lange jaren meer. Ofwel de gezegende leeftijd van tachtig jaar. Maar dat ziet gelukkig niemand. Door die onzichtbaarheid ontstaan nog wel eens verwarrende situaties trouwens. Door een goed verkooppraatje wring ik me wel eens binnen in verkeerde feestjes. Zelfs een betrekking als badmeester lag voor me in het verschiet. Maar het totaalplaatje klopte niet helemaal. Mijn voorkomen riep nou niet echt associaties op met die van mannen uit een Amerikaanse strandserie. Door mijn pezige torso was ik de Baywatchster van de crisisjaren “30 zak maar zeggen. Maar de flair ontbrak het niet aan. Zwemmen was wel een solitaire aangelegenheid voor mij. Andere badderaars verlieten verschrikt het bad bij mijn verschijning. Door mijn krachtige borstcrawl veroorzaakte ik een gevaarlijk hoge neusgolf. Das niet leuk natuurlijk. En niet om jaloers op te zijn. Nee hoor, probeer – en dat gaat lukken – het hoofd boven water te houden. De verjaardagsgasten verwachten niet anders op mijn feestje. Pak zo mien fietse. Hang de slingers vast op. Hoeraaaaaaa.