In eenzaamheid gevangen is bevrijding het verlangen, voelt het. Eenzaamheid is ook een beproeving. Eeuwen geleden brachten jonge kerels een nacht in eenzaamheid door. Hadden zij deze beproeving doorstaan dan werd men tot ridder geslagen. Jaren eerder was het ene Buddah die 49 dagen ging mediteren onder een boom, voordat hij verlicht werd. Ontdaan van oosterse symboliek denk ik dan aan een klap onweer die niet door de buienradar was voorzien. Dat zal best enige verlichting hebben gegeven. Maar je moet ook niet alles willen verklaren vind ik. Over mijn eigen eenzaamheid praat ik liever niet. Ben het niet gewend. Vriendschap zégt veel, maar ’t vraagt ook kennis er mee om te gaan en kunde om te beantwoorden. Ben bang dat ik niet kan voldoen aan het verwachtingspatroon van die ander, ben “anders”. Toch voelt het goed wanneer er mensen zijn die het blijven proberen. Zoals de benedenbuurman, zelf een fervent fietser en een joviale vent, vroeg wanneer ik de tocht ging maken. Hij wilde wel tot aan Arnhem met me mee fietsen. Maar met fietsen valt het stil in mij hoofd, sluit het af. In die oorverdovende stilte kan ik geen uitleg of verklaring geven over die ene traan van ontroering die mijn oog verlaat bij het zien van een vredig grazende koe of de golvende contouren van die bomerij aan de einder. Kom dichterbij, kom naast me staan. maar laat me los wanneer ik alleen wil gaan.