Assen, zondagochtend 27 december 08.00 uur. Nog schemerig in huis, maar het lampie zacht aan. Pruttelend water wat de kleur en geur van verse koffie aanneemt. Ik snij twee plakken krentestoet en doe er een mooie lik roomboter op. Jampie heeft goed geslapen. Door een wolkje poedersuiker wat boven ’t aanrecht hangt loop ik naar de radio. Gauw de muziek zacht aan en het scherm voor me wakker maken. Zo, aan ’t eind van jaar luisteren naar muziek wat door een heleboel mensen is uitgekozen, voel ik me best dankbaar. ‘k heb zelf niet gestemd. Laat me verrassen door wat anderen mooi vinden. En das mooi. Er zit ook modern spul bij, af en toe wat minder mooi voor mijn eigen oortjes, maar dan bedenk ik er wel plaatjes bij. Herinner ik dingen die mij toch wel raken. Dan is het ook een hit zak maar zeggen. Ook vroeger thuis klonk muziek. Rond deze tijd van het jaar moest ik kerstliedjes in studeren van meneer Niemeyer, de dirigent van de plaatselijke fanfare. De piston zat niet veel in zijn mooie koffertje deze dagen. Mamme luisterde van beneden af mee en vond het mooi. Het deed me glimmen van trots en het blaasinstrument glom met me mee. Niet zo objectief misschien..? Nee, vast niet maar moederliefde is niet in noten te vangen. Had ik een olifant aan de staart getrokken, dan waren complimenten ook mijn deel geweest. Valse noten werden weggepoetst door haar. Waren ook niet zo door mij bedoeld hoor. Thuis was ruimte voor iedereen herinner ik mij. Familie, vrienden en kennissen, iedereen mocht aanschuiven, schuilen en warm worden. Er werd ruimte gemaakt ook onbespreekbaar lijkende dingen van al die anderen een plekje te geven. Vaak klonk er aan het eind een lach, soms vloeide er een traan. ’t was mijn thuis. Nu, zoveel lange jaren later denk ik daar aan wanneer ik hier dingen op schrijf, of probeer te beschrijven. Schrijven en mijn hart uiten zonder politieke en maatschappelijke vraagstukken en duizenden meningen van anderen of de mijne daar op los laten en bekritiseren. Das niet mijn ding, niet op deze plaats. Proberen ruimte te maken voor zo veel mogelijk mensjes. De rugzak van bezoekers naast die van mij onder de kapstok en even lekker opwarmen. Das veel mooier. Iemand schreef me gister gered te zijn door, behoed te zijn voor erger, door zijn fiets. Zonder verdere ongelukken het ziekenhuis bereikt te hebben met dank aan het simpele feit dat hij op de fiets was en niet met de auto of wachtend op vervoer anderszins. De kracht spatte van de lettertjes af die hij me schreef. Berustend en aanmoedigend vormden ze zinnetjes, zo kort maar zo fantastisch mooi. Gewond of verwond helende woorden uitspreken naar die ander. Een zo lief bedoelde bijdrage krijgen van anderen. Het brengt mijn hand af en toe naar de buusdoek. Kom maar binnen hoor, Jampie is wel thuis. Fijne dag allen.
© J.G.Boomsma