Een krant waait zielloos en doelloos langs de straat. De straatstenen, donker en nat, lijken het vod te willen vangen, maar verliezen het van de wind. Zou die nog aantrekken? De radio zegt van wel. Geeft deze donderdag een vrolijk geel gecodeerd kleurtje. Was dat nieuws..? Nou ja, er is slechter nieuws denk ik. Van veel nieuws word ik niet vrolijk. Toch lees ik ook grappig nieuws. Daar word ik vrolijk van. Zoals dat van Freek Vonk; Freek wilde een dagje naar de haaien, maar raakte verzeilt in een bloedstollend gevecht met een der lekkerbekjes. Tot verbijstering van nieuwsjagers kwam Freek, met een koene blik vanachter zijn duikbril, als overwinnaar boven. Zijn tandpasta lach sierde alle kranten. Nu heeft een haai slechte oogjes, anders was hij er nooit aan begonnen. Denk ik. De schittering van die parelwitte lach moet het dier een moment verblind hebben. Mijmer ik, terwijl ik een afwezige blik op mijn vissenkom werp. Bij het lezen van al dat dagelijkse nieuws leg ik de krant nog wel eens terzijde, om mij zodoende een voorstelling te kunnen geven van de gang van zaken zoals voorgespiegeld. Soms lukt dit. Vaak niet. Volgens het nieuws wordt het ons binnenkort noodzakelijk gemaakt een extra abonnement af te sluiten. Binnen afzienbare tijd verschijnt de eerste heuse oplage van “Nepnieuws”. Niet van echt nieuws te onderscheiden, al naar gelang de welgevalligheid van de lezer, als waar gedrukt aan te nemen of terzijde te schuiven. Hadden we vroeger grappenmakers die op 1 april hun joligheden aan het krantenpapier toe vertrouwden, tegenwoordig hebben we spindoctors die haarfijn weten hoe het volk een poets te bakken. Tis me wat moois. Freek schijnt overigens aardig af gevallen te zijn na zijn avontuur. Nu ga ik er even uit. De stormluiken rammelen inmiddels. Gezellig bij het schemerlicht lees ik de nieuwe avonturen. “Freek in Antarctica”. Fijne dag allen.
© J.G.Boomsma